"Wanneer propaganda de preek wordt"
Met groeiende ergernis hoor ik het steeds vaker: mensen zonder kennis van zaken die roepen dat Israël genocide pleegt. Het zijn geen fluisteringen meer, het zijn luide kreten – op straat, in theaters, in gemeenteraden. Demonstranten schreeuwen het uit met gebalde vuisten en spandoeken vol haat. En wat mij nog het meest raakt: velen nemen die woorden zomaar over. Zonder te weten wat ze zeggen. Zonder te beseffen wat ze doen.
Ik zat stil op de bank toen ik beelden zag van de raadsvergadering in Utrecht. Het liep volledig uit de hand. Een motie tegen Israël werd weggestemd, en alsof dat een oorlogsverklaring was, barstte de tribune los. Activisten en burgers, woedend, vijandig, als een woeste storm die zich niets aantrekt van nuance of waarheid. Zelfs de burgemeester moest het ontgelden. Wat gebeurt er met ons land, vroeg ik me af. Wanneer zijn we opgehouden met luisteren?
En dan die andere berichten. Over concertzalen die artiesten uitnodigen die zich fel en eenzijdig uitlaten tegen Israël. Over Paradiso dat de omstreden band Bob Vylan alsnog een podium biedt, terwijl die op Glastonbury Israël vergeleek met de grootste misdadigers uit de geschiedenis. Of Typhoon, een artiest die een tijd geleden tot geloof kwam, die zijn show stillegt op de Zwarte Cross. Niet om vrede te prediken, maar om in de microfoon te fluisteren dat Israël genocide pleegt.
Hoe zijn we op het punt gekomen dat mensen zó klakkeloos het woord genocide gebruiken – tegen Israël nota bene?
Want ik weet wat dat woord betekent. Ik denk aan Rwanda. Aan Srebrenica. Aan de Holocaust.
Dat zijn geen politieke slogans – dat zijn diepe, bloedige littekens in onze wereldgeschiedenis. Als we die term zo achteloos gebruiken, dan doen we de slachtoffers van echte genocide opnieuw pijn. En tegelijk vernederen we het volk dat zelf een genocide overleefde.
Ik denk aan de Bibas-kinderen. Die peuters. Gekidnapt. Vermoord. Aan Israëlische ouders die nog steeds niet weten waar hun kinderen zijn. Aan gijzelaars die al maanden vastzitten in tunnels onder Gaza. Aan overlevenden van de aanval op 7 oktober die nooit meer dezelfde zullen zijn. En dan het stilzwijgen van de wereld. Van mensenrechtenraden. Van kerken. Van zogenaamd verlichte denkers. Dat zwijgen schreeuwt net zo hard.
Laat me duidelijk zijn: het is een gruwel elk kind dat sterft. Ook in Gaza. Want elk mens is geschapen naar Gods beeld. Maar ik weiger te buigen voor het narratief dat Israël een moordlustige staat is. Ik ken de geschiedenis. Ik ken de context. En bovenal: ik zie het geestelijk conflict. Dit gaat niet alleen over politiek. Dit gaat over licht en duisternis. Over waarheid en misleiding.
Wat mij betreft is het tijd dat we ophouden met schreeuwen.
Want het geschreeuw heeft de waarheid overschreeuwd. We zijn collectief doof geworden – niet omdat we niets horen, maar omdat we alleen nog horen wat we willen horen. We herhalen kreten zonder kennis, we kiezen partij zonder gebed, en we gooien met woorden die dodelijker zijn dan we zelf beseffen.
Het is tijd dat we stil worden.
Niet een stilzwijgen uit lafheid, maar een stilte – waarin we de verwarring en het rumoer loslaten, en onze oren opnieuw richten op de stem van de Waarheid. Want in die stilte spreekt God. En in die stilte kunnen we misschien weer gaan zien wat we zijn vergeten: Wie Israël is. Gods Volk
Shalom Dre
Alle reacties:
Rony Van Poucke, Arjo Vogel en 8 anderen2 keer gedeeld
Leuk
Opmerking plaatsen
Delen
Maak jouw eigen website met JouwWeb