Psalm 121:4 "Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen."

Op 8 juli willen predikanten en leden van de Protestantse Kerk een rode lijn trekken bij het dienstencentrum in Utrecht – een protest tegen het handelen van Israël. Maar wat zegt dit over de koers van de kerk zelf? In deze confronterende blog luidt een waarschuwende stem de noodklok: niet Israël, maar de kerk dreigt een grens te overschrijden. Een profetisch geluid roept op tot bezinning, trouw aan Gods Woord en onvoorwaardelijke steun aan Zijn volk.

 

šŸ‡®šŸ‡± Een rode lijn door het hart van de kerk?

Op dinsdag 8 juli willen tientallen predikanten, kerkelijk werkers en gemeenteleden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) een rode lijn trekken voor het dienstencentrum van hun eigen kerk in Utrecht. Hun boodschap? De PKN moet zich “duidelijk uitspreken tegen het Israëlische militaire geweld in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever”.

Een rode lijn. Symbolisch bedoeld, maar in werkelijkheid diep tragisch. Want wie trekt hier werkelijk een lijn? Niet tegen terreur, niet tegen haat, niet tegen Hamas, dat burgers als menselijk schild gebruikt, kinderen indoctrineert en geweld verheerlijkt.                                                                                                                                                                                                     Nee, deze rode lijn wordt getrokken tegen het volk waarvan de God van Israël zegt: “Wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan” (Zacharia 2:8).

 

Deze actie is niet profetisch, maar profaan. Niet geïnspireerd door de Geest van God, maar door een wereldgeest die blind is voor de geestelijke strijd waarin Israël zich bevindt. Het is de herhaling van een oud patroon: telkens wanneer Israël zich verdedigt, zwijgt men over de aanleiding en schreeuwt men over de reactie.

Wie in de Bijbel leest, weet dat de strijd om het land Israël niet slechts politiek of militair is. Het is geestelijk. Satan haat het volk van het verbond, omdat hij weet dat Gods beloften zich vastklampen aan dat volk, dat land en die stad – Jeruzalem. Wie zich tegen Israël keert in eenzijdige verontwaardiging, loopt gevaar zich te keren tegen de plannen van God zelf.

Is de PKN vergeten dat het heil uit de Joden is (Johannes 4:22)? Is men vergeten dat Jezus, de Redder van de wereld, een Jood is, geboren in Bethlehem, gestorven in Jeruzalem, en komende Koning op de Olijfberg?

 

Laat ik het helder stellen: wanneer predikanten binnen de kerk rode lijnen trekken tegen Israël, trekken zij in werkelijkheid een lijn tegen de God van Israël Zelf — de God die Zichzelf openbaarde aan Abraham, Isaak en Jakob, en met wie Hij een eeuwigdurend verbond sloot (Genesis 17:7). Deze lijn snijdt niet slechts door de straten van Utrecht, maar door het hart van de kerk en haar fundament in Gods Woord.

 

Want Israël is geen politiek vraagstuk of culturele entiteit; het is het volk van Gods verbond, Zijn oogappel (Deuteronomium 7:6; Psalm 135:4). Wie tegen Israël spreekt, verwerpt de belofte die God in Zijn trouw heeft gegeven. Paulus waarschuwt in Romeinen 11 dat Gods beloften aan Israël onherroepelijk zijn, omdat zij gebaseerd zijn op Zijn onwankelbare trouw, niet op menselijke verdienste (Romeinen 11:29). Een kerk die zich keert tegen Israël, verliest daarmee haar wortels en dreigt het fundament van het geloof onder haar voeten weg te laten vallen.

Deze rode lijn is een geestelijke breuk die voortkomt uit een blindheid voor de blijvende plaats van Israël in Gods heilsplan. Het is een breuk met de Schrift, die juist duidelijk maakt dat Gods verbond met Israël eeuwig is (Jesaja 55:3) en dat de geschiedenis van Israël een levende manifestatie is van Zijn trouw en rechtvaardigheid (Psalm 89:34).

Daarom is het tijd voor een andere rode lijn — een lijn van vurige trouw aan Gods waarheid, een lijn van gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Een lijn zoals het vuur dat Elia deed neerdalen op de berg Karmel, dat het volk riep tot keuze: “Als de HEERE God is, volg Hem!” (1 Koningen 18:21). Deze keuze is onvermijdelijk, want de Bijbel toont ons dat wie zich tegen Israël keert, zich tegen Gods handelen keert (Sefanja 3:9).

 

Wie zwijgt over het kwaad van terreur, maar tegelijk spreekt tegen het recht van Israël om zichzelf te verdedigen, handelt niet rechtvaardig. Dit is geen liefde, maar geestelijke sabotage. Het ondermijnt de gerechtigheid die God zelf heeft ingesteld, want Hij gaf Israël het recht om zich te beschermen tegen vijanden (Nehemia 4:14) en riep Zijn volk op om standvastig te zijn in het aangezicht van dreiging (Psalm 127:1).

De kerk wordt geroepen om het licht te zijn in deze wereld (Matteüs 5:14-16) en moet daarom vasthouden aan de waarheid van Gods Woord over Israël. Zij mag zich niet laten verblinden door politieke voorkeuren of ideologieën die Gods beloften verwerpen. In trouw aan Gods verbond met Israël toont de kerk haar gehoorzaamheid aan de God van het verbond — de God die het verleden, heden en toekomst in Zijn hand houdt.

Zo wordt de kerk een baken van hoop en gerechtigheid, en blijft zij geworteld in de eeuwige trouw van God, die Zijn volk niet verlaat en Zijn beloften waarmaakt (Hebreeën 13:5)

 

Moge de Heere Zijn volk beschermen tegen hen die hun mond vullen met vroom klinkende woorden, maar hun hart verwijderd hebben van Gods beloften. En moge Hij Zijn Kerk wakker schudden. Niet met symbolische lijnen op straat, maar met vurige lijnen uit Zijn Woord.

“Om Sions wil zal ik niet zwijgen” (Jesaja 62:1). Laat dát de ware lijn zijn die wij als gelovigen durven te trekken – in gebed, in waarheid en in trouw aan Gods onvergankelijke beloften aan Israël.

 

Shalom Dre

Maak jouw eigen website met JouwWeb